Houd je van mij?
Sinds kort is er een vertederende serie op de televisie “Het geheime leven van vierjarigen.” Het programma geeft een speels inkijkje voor wat betreft de sociale interactie in deze leeftijdscategorie. Waarom vinden we het gadeslaan van deze mini mensjes met hun verlangens, successen en verdrietjes zo ontwapenend en schattig?
Er valt al heel wat te zeggen over het woord ontwapenen. Het betekent zonder wapens zijn. De wapens laten zakken; ons masker laten zakken. Zonder muren zijn. Muren die volwassenen ter bescherming rond zichzelf optrekken om maar niet meer gekwetst te worden. Geen masker of overlevingshouding in de vorm van grapjes of een ongenaakbare uitstraling. Nee, open en transparant. Vierjarigen kunnen niet anders. Er is hen -als het goed is- nog niets naars overkomen wat het noodzakelijk maakt om hun hart te beschermen. Kijk naar een jongetje en meisje van die leeftijd. Hij stelt zich stoer en macho op, zij verleidt en gooit al haar kleine meisjes charme voor het voetlicht en geen regisseur die het in zijn hoofd haalt de scène af te breken omdat er niet natuurlijk genoeg geacteerd wordt. Hij is de grote, stoere held en vindt haar geweldig als ze zorgzaam om hem heen dwarrelt. Zij weet dat ze mooi, goed en lief is en geniet van zijn aandacht en bescherming. Nog niemand die aan de haal is gegaan met haar gevoelens en al het moois wat in haar hart leeft onachtzaam op de grond heeft gegooid en in de regenplassen heeft achter gelaten.
We leven in een gebroken, gevallen wereld. Mensen doen elkaar vaak onbewust, -soms bewust- pijn.
Het was denk ik niets voor niets dat Jezus zei “laat de kinderen bij mij komen, houd ze niet van me weg, want het Koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.”
Helaas is de realiteit vaak dat we nog liever onze tong afbijten dan werkelijk te zeggen wat er in ons omgaat, wat ons bezighoudt. Wat we nodig hebben en waar we naar verlangen. Daarmee blijft er in ons hart een plek die onaangeroerd blijft. Terrein dat gaandeweg overwoekerd raakt met het ondoordringbare onkruid van een overlevingshouding die ‘voldoet’ zolang het er niet echt op aankomt, maar die ons uiteindelijk leeg en onvoldaan achterlaat omdat we ervoor kiezen om in de harde, verdroogde voren te blijven lopen uit vrees voor gek te staan, genegeerd of bedrogen te worden. Kan ons hart een volgende teleurstelling nog wel aan….
De christelijk auteur Larry Crabb schrijft in zijn boek Gebroken Dromen hier het volgende over: “ik zal aan niemand mijn werkelijke behoeften laten zien. Jawel, ik klaag erover hoe mensen met me omgaan en zeur over al de druk die ik ervaar en hoe eenzaam ik mij voel, maar ik zal niet eenvoudigweg zeggen; Ik heb echt pijn. Zou je wat tijd met mij willen doorbrengen? Zou je naar mij willen luisteren als ik met je deel wat echt belangrijk voor mij is?” Stel je voor dat iemand hierop reageert…
Persoonlijk zou ik er nog aan toe willen voegen ‘en kan ik je vertrouwen in het bewaren van wat ten diepste belangrijk voor mij is, en dat je het niet belachelijk maakt?’
Crabb vervolgt ermee te schrijven dat het eerste gebod van het gevallen denken is ‘vertouw niemand en je zult leven.’ Het tweede lijkt erop: ‘om te slagen in het leven moet je alleen jezelf en wat je onder controle hebt vertrouwen.’
Werd Jezus’ hart gebroken toen de Vader hem verliet op het moment dat hij de beker vol gramschap leeg dronk? We lezen in Zijn Woord dat Hij een man vol smarten was en ofschoon ik er niet bij ben geweest, kan ik me de toon voor de geest halen toen Hij aan het kruis uit riep “Vader, waarom hebt U mij verlaten?”
Vol smart.
De meest ontwapende vraag na keihard bedrog is voor mij “Houd je van Mij?”
Jezus vroeg het aan Petrus, nadat deze Hem tot drie keer toe verraden had.
En uiteraard, de cynici onder ons zullen zeggen ‘ja, maar Jezus was een man zonder zonden. Hij vergaf. Appeltje, eitje. En Hij wist dat Petrus door God in dit scenario geplaatst was.”
Maar Jezus leeft ons hiermee voor hoe Hij graag zou zien dat we met elkaar omgaan. En dat we angst achter ons laten. Iedere dag een beetje meer als Hij worden. Durven we ‘houd je van mij?’nog uit te spreken als we in ons leven al zo vaak gekwetst zijn en onze gevoelens door de ander bij het grofvuil zijn gezet of in de uitverkoop zijn gedaan? Ik vind het wonderlijk dat Petrus Jezus drie keer verraad en dat Jezus op Zijn beurt tot drie keer toe aan Petrus vraagt of deze van Hem houdt.
Los van het feit dat we ons wel tien keer zouden bedenken om dit aan iemand te vragen die ons bedrogen heeft of wanneer we in het verleden op dat vlak wonden hebben opgelopen waardoor we nu gepantserd zijn, spreekt het van een ongelooflijke liefde en zachtmoedigheid dat Jezus tot driemaal toe uitreikt naar die ander en vráágt. Geen trots. Geen ongenaakbare houding. Geen wrok.
Heer, laat iets van Uw krachtige weerloosheid zichtbaar worden in mijn gebrokenheid.
Amen.